Het uit 1908 stammende huurcontract voor De Noarderling (toen nog 'Verwisseling'), dat werd afgesloten tussen bouwer/eigenaar Gerrit Barkmeijer en huurder Age Koning, was een redelijk 'standaard' huurcontract zonder gekke dingen of grote verrassingen. Het enige nieuwe inzicht is dat Age Koning, anders dan we eerst dachten, geen Paesemer blijkt te zijn, althans daar in 1908 niet woonde: blijkens het contract was hij was 'gedomicilieerd te Ternaard'.
Hiernaast de twee pagina's van het contract. Klik op de plaatjes om de scans te bekijken. Omdat e.e.a. dan nog soms wat lastig leesbaar is, citeren we onderstaand de belangrijkste passages:
Artikel een. De huurder zal over den geheelen huurtijd tot huur van het gehuurde moeten betalen de som van eenduizend vijfhonderd vijfenzeventig gulden, te voldoen in klinkende munt alhier gangbaar geld aan den verhuurder of zijn rechtverkrijgende in de navolgende vijftien termijnen… (waarna de 15 betaaldagen (elk jaar op 22 januari) en de te betalen huur (1e termijn fl 131,25, vervolgens steeds iets minder) voluit, in schrift worden vermeld)
Bij niet voldoening van een der termijnen op de verschijndag, zal de geheele huursom dadelijk en ineens opvorderbaar en de huurder enkel door het verloop van de gestelde termijn in gebrek zijn, zullende in dat geval de huur als geëindigd worden beschouwd en de verhuurder het recht hebben het verhuurde vaartuig weder tot zich te nemen, zonder dat daartoe eenige gerechtelijke formaliteiten zullen behoeven te worden inacht genomen.
Twee: De huurder zal geen verhaal hebben op den verhuurder ingeval onzichtbare of verborgen gebreken aan het gehuurde
Drie: De huurder zal het gehuurde gedurende den huurtijd ten eigenen koste en geheel tot genoegen van den verhuurder moeten onderhouden
Vier: De huurder zal het gehuurde zelf en overeenkomstig deszelfs aard en bestemming moeten gebruiken en hetzelve noch geheel noch gedeeltelijk aan een ander in huur of gebruik mogen afstaan of overdoen